Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·ca·pa·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overcapaciteit overcapaciteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de overcapaciteitv

  1. het vermogen dat nog in reserve is bij normale belasting
    • Elektriciteitscentrales moeten een flinke overcapaciteit hebben om piekbelastingen aan te kunnen. 
  2. (economie) onderbenutting
    • Ryanair is een ultra-lage-kostenmaatschappij voor passagiersvluchten over korte afstanden binnen Europa. Toen Ryanair in 1996 werd opgericht, was de luchtvaartindustrie historisch niet aantrekkelijke omwille van structurele overcapaciteit en de niet-flexibele kostenstructuur van de grote Europese luchtvaartmaatschappijen (”Legacy Carriers”). [1] 
    • Met de komst van nieuwe overslagbedrijven op de Tweede Maasvlakte is er flinke concurrentie in de containeroverslag in Rotterdam. De vakbonden vrezen dat door overcapaciteit veel ontslagen zullen vallen. Zij voorspellen vooral klappen bij ECT omdat de nieuwe bedrijven nog meer zijn geautomatiseerd. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard 04/09/2017 door Jérôme van der Bruggen
  2. Tubantia Leon van Heel 10-01-2017