oud-premier
- Geluid: oud-premier (hulp, bestand)
- oud-pre·mier
- samenstelling van oud bn "voormalig" en premier zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-premier | oud-premiers |
verkleinwoord | oud-premiertje | oud-premiertjes |
de oud-premier m
- iemand die vroeger premier was, maar nu niet meer is
- De onlangs overleden oud-premier Piet de Jong, die de verstandige omgang met onrust en verandering bijna tot kunst wist te verheffen, sprak in zijn tijd regelmatig over de noodzaak van 'bestendige vooruitgang'. Hij zei eens: 'Het is een taak van de regering uit te kijken naar wat de toekomst moet worden en zo tijdig als mogelijk is aanpassingen tot stand te brengen die nodig zijn om de kansen te grijpen die de toekomst biedt.' [1]
- ▸ De man die vastzit vanwege de moord op de Japanse oud-premier Shinzo Abe heeft tegen de politie gezegd dat hij aanvankelijk een leider van een religieuze groep wilde doden, meldt het Japanse persbureau Kyodo. Zijn moeder zou financieel in de problemen zijn geraakt door donaties aan deze groep, die volgens de verdachte door Abe werd gepromoot.[2]
- ex-premier
- Het woord oud-premier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Troonrede 2016
- ↑ Weblink bron “Verdachte van moord op oud-premier Abe had eerst ander doelwit” (09 juli 2022), NU.nl