Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud-pre·mier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oud-premier oud-premiers
verkleinwoord oud-premiertje oud-premiertjes

Zelfstandig naamwoord

de oud-premierm

  1. iemand die vroeger premier was, maar nu niet meer is
     De man die vastzit vanwege de moord op de Japanse oud-premier Shinzo Abe heeft tegen de politie gezegd dat hij aanvankelijk een leider van een religieuze groep wilde doden, meldt het Japanse persbureau Kyodo. Zijn moeder zou financieel in de problemen zijn geraakt door donaties aan deze groep, die volgens de verdachte door Abe werd gepromoot.[2]
Synoniemen
  1. ex-premier

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016
  2.   Weblink bron “Verdachte van moord op oud-premier Abe had eerst ander doelwit” (09 juli 2022), NU.nl