Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: OranjehuisOranje Huis


  • oran·je·huis
  • samenstelling van  oranje zn "sinaasappel"  en  huis zn "gebouwd verblijf" , oorspronkelijk een ruimte waar men sinsaasappelplanten kon kweken [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oranjehuis oranjehuizen
verkleinwoord - -

het oranjehuiso

  1. (verouderd) (bouwkunde) aanbouw of vrijstaand gebouw met glazen wanden, vaak gebruikt als ruimte waar men bij koud maar zonnig weer aangenaam kan verblijven
      Van zyn Studeerkamer begaven wy ons in de tuin, met eene verbaazende menigte keurlyke Gewassen en Planten vervuld: eenige stonden in een Oranjehuis; (…)[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Brief van een Russischen edelman Iwan Al-z in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 23 deel 2 (april 1783), A. van der Kroe en Yntema en Tieboel, Amsterdam, p. 266