Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·sie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opsiering opsieringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de opsieringv

  1. iets dat dient om iets of iemand mooier te maken maar verder geen functie heeft
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen