1. in hoogte verstelbaar plateau waarop de patiënt ligt die geopereerd moet worden
  • ope·ra·tie·ta·fel
enkelvoud meervoud
naamwoord operatietafel operatietafels
verkleinwoord

de operatietafelv / m

  1. (medisch) in hoogte verstelbaar plateau waarop de patiënt ligt die geopereerd moet worden
    • "Dit is ongelofelijk. Op 23 januari lag ik op de operatietafel. Als iemand me had verteld dat ik de US Open zou winnen, dan zou ik gezegd hebben dat het onmogelijk was", reageerde ze na haar vlotte winst in de finale tegen landgenote en goeie vriendin Madison Keys (6-3, 6-0). [2] 
    • Een paar jaar geleden onderging ik een zware hartoperatie. Ik had op die operatietafel dood kunnen blijven. Redelijk in paniek overdacht ik mijn leven. Ik wil niet pochen over mijn succes, maar er mocht weleens naar buiten wat ik allemaal heb meegemaakt. En ik wilde vooral eerlijk zijn. Ik heb in mijn leven nooit iemand belazerd, maar over het gokken heb ik vaak gelogen. Om het te verbergen. Het schrijven is voor mij therapie geweest. Ik heb soms als een kind zitten janken. [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 10 september 2017
  3. Tubantia S. Raatgever 26 augustus 2017