snijtafel
- snij·ta·fel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snijtafel | snijtafels |
verkleinwoord |
- een tafel waarop men kan snijden om een product te bewerken
- In dit stadium zijn er nog allerlei aanpassingen mogelijk om uw kap helemaal te personaliseren. Hierna wordt het doek gesneden op hun unieke snijtafel van 3 meter breed en 10 meter lang. Het frame van uw bootkap, welke uit de 3D scan komt, wordt automatisch gebogen door een buigmachine.[2]
- De luchtvaartmaatschappij heeft in een verklaring gezegd niet tegen het zoenen te zijn, maar dat zij hebben gekozen voor de versie zonder naakt. Daarbij is blijkbaar ook het gekus op de snijtafel beland.[3]
- tafel waaraan de chirurg opereert
- MS maakt deel uit van de NAH-categorie, maar ook mensen met een hersentumor behoren tot deze groep. En wat te denken van hen die een raar auto-ongeluk hebben gehad, tegen iets aan zijn gelopen of gefietst, tijdens een operatie door een technische fout een half uur zonder de nodige zuurstof op de snijtafel hebben gelegen. Ik zie ze hier allemaal voorbijkomen.[4]
- tafel waarop het lijk ligt dat de patholoog-anatoom onderzoekt
- Afspreken met forensisch patholoog Frank van de Goot (50) kan wat ontregelend werken. Zo draagt hij aan dat het onzeker is of het interview zal doorgaan. Om vervolgens fijntjes aan te stippen dat het lichaam op zijn snijtafel die ochtend óók nog vele plannen had.[5]
- [1] werktafel
- [2] operatietafel
- [3] ontleedtafel
- iets op de snijtafel leggen
iets grondig, tot op het bot, onderzoeken
1. werktafel
3. ontleedtafel
- Het woord snijtafel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snijtafel" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 25 apr. 2014
- ↑ de Telegraaf 06 aug. 2016
- ↑ de Telegraaf 13 mrt. 2015
- ↑ de Telegraaf 12 jan. 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be