openlucht
- open·lucht
- samenstelling van open en lucht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | openlucht | - |
verkleinwoord | - | - |
- in de ~: buiten de deur, onder blote hemel
- We kunnen de voorstelling ook in de openlucht houden, mits het weer meezit.
1. buiten de deur, onder blote hemel
- Het woord openlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "openlucht" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be