openluchttheater Hertme
  • open·lucht·the·a·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord openluchttheater openluchttheaters
verkleinwoord openluchttheatertje openluchttheatertjes

het openluchttheatero

  1. plaats waar toneel- en andere voorstellingen plaatshebben in de openlucht
    • Maar ze was, ondanks een zere keel, ook ontspannen en grappig. De intieme setting van het openluchttheater, waar de bomen het publiek omhelzen, was daar niet vreemd aan. [2] 
    • Het optreden dat de band Pater Moeskroen zaterdagavond zou geven in Losser, gaat niet door. De organisatie van het evenement dat in openluchttheater Brilmansdennen zou worden gehouden, laat weten dat organisatorische problemen ten grondslag liggen aan de afgelasting. [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard DONDERDAG 3 AUGUSTUS 2017
  3. Tubantia 06-september-2017