oogring

- oog·ring
de oogring m
- opvallend anders gekleurde ronde rand om de ogen van gewervelde dieren
- ▸ Een soortgelijke oogring wordt ook bij alle wildkleurige konijnen gevonden, al is er verschil in sterkte van kleur bij de dieren onderling.[2]
- (pregnant) opvallend anders gekleurde ring (veren) rond de ogen van een vogel
- ▸ De graspieper is klein, gestreept en heeft een dunne snavel. Witte buitenste staartpennen. Flanken zwaar gestreept; hier is de gelijkende boompieper heel dun gestreept. Geen oogstreep, opvallende oogring. Roep en zang verschilt sterk met die van boompieper.[3]
- ▸ De kauw is een van de kleinste kraaiachtigen. Kenmerkend zijn de grijze zijhals en lichtgrijsgroene oogring. Kauwen komen meestal in grote groepen voor en op diverse plaatsen zorgen ze voor overlast. Het voedsel bestaat uit insecten, maar ook zaden, granen, broodkruimels en etensafval lust de kauw graag.[4]
- (zoötomie) rand van botjes of kraakbeen rondom de oogbol bij reptielen en vogels
- ▸ Sommige dinosaurussen waren nachtdieren. Dat blijkt uit de grootte van de ring van kraakbeen of bot rond hun oogwit. In nachtactieve dieren is deze ring wijder, zodat er meer licht op hun netvlies valt. Onderzoekers hebben de oogringen van 33 verschillende dinosaurussen bestudeerd.[5]
- (anatomie) (verouderd) gekleurde deel van de oogbol rondom de pupil
- ▸ ⧖ Het oog, namelijk de oogappel, heeft onderscheidene kleuren. Het zwart in de oogen is zwart. De zich om hetzelve bevindende oogring is gekleurd, hetzij graauw, of bruin, of blaauw, of zwart, of gespikkeld. Hierom spreekt men van graauwe , blaauwe, bruine en zwarte oogen. De overige deelen des oogappels zijn wit - het wit der oogen.[6]
- (optica) afbeelding zoals het objectief van een verrekijker die vormt op een daarachter geplaatst schermpje
- (techniek) cirkelvormig stuk metaal om vast te maken aan een vlak, kabel of staaf zodat die met een haak of schroef aan een ander voorwerp kan worden bevestigd
- ▸ Zo bevestig je een schaduwdoek heel eenvoudig tegen een muur met een plaatje. Deze plaat is voorzien van een oogring waarmee je het touw of het haakje van het schaduwdoek vast kunt maken.[9]
- ▸ Aan de onderst oogring wordt een stuk nylon geknoopt dat zwakker is dan de hoofdlijn, maar dat sterk genoeg is om het werpen met het vereiste loodgewicht te kunnen verdragen.[10]
- Het woord 'oogring' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oogring" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[11] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
X.X.Konijnenteelt in: Nieuwsblad van Friesland : Op en om de boerderij, jrg. 63 nr. 63; bijblad: nr. 22 (27 mei 1936), J. Hepkema, Heerenveen, p. 11 (bijblad p. 4) kol. 1 - ↑
Weblink bron “Graspieper meest gezien tijdens trekvogelte[l]dag” (10 januari 2017) op tubantia.nl
- ↑
Weblink bron
Ruurd Walinga“Soap in kauwenland” (16 augustus 2010) op rd.nl - ↑
Weblink bron “Kortkolom Wetenschap” (18 april 2011) op nrc.nl
- ↑
Weblink bron
Wagner & Diesterweg“Leer- en leesboek over God en den mensch, natuur en kunst. Deel 2” (1844), J. Oomkens, Groningen, p. 14 op Delpher - ↑
Weblink bron
Victor August Julius“Leerboek der natuurkunde. Deel 2”, 2e druk (1891), KMA, Breda, p. 475 - ↑
Weblink bron
G.J.D. MounierIets over den astronomischen kijker en zijn gebruik door liefhebbers. in: De Natuur, jrg. 13 nr. 4 (15 april 1863), J.G. Broese, Utrecht, p. 104 kol. 1 - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Bevestigingsmateriaal” op tuinmeubelen.nl
- ↑
Weblink bron Kabeljauw komt weer op de kust : Elk mei graech ris fiskje..... in: Leeuwarder Courant
(8 oktober 1976), Stichting Leeuwarder Courant 1947, Leeuwarden
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be