• on·we·tend·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onwetendheid onwetendheden
verkleinwoord onwetendheidje onwetendheidjes

de onwetendheidv

  1. afwezigheid van kennis bij iemand
    • Onwetendheid kan ontstaan door een gebrek aan scholing, door een gebrek aan verstand of door een combinatie van beide. 
  1. onkunde, domheid, ignorantie
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be