ontvlammen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van ontvlammen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ontvlammen | te ontvlammen | ||||||
toekomend | zullen ontvlammen | te zullen ontvlammen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ontvlamd | te hebben ontvlamd | ||||||
toekomend | ontvlamd zullen hebben | ontvlamd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
ontvlammend | ontvlamd | ev. ontvlam |
mv. verouderd ontvlamt |
ontvlamme | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | ontvlam | ontvlamt | ontvlamt | ontvlamt | ontvlamt | ontvlammen | ontvlammen | ontvlammen | |
verleden (o.v.t.) | ontvlamde | ontvlamde | ontvlamde | ontvlamde | ontvlamde | ontvlamden | ontvlamden | ontvlamden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal ontvlammen | zult/zal ontvlammen | zult/zal ontvlammen | zult ontvlammen | zal ontvlammen | zullen ontvlammen | zullen ontvlammen | zullen ontvlammen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ontvlammen | zou ontvlammen | zou(dt) ontvlammen | zoudt ontvlammen | zou ontvlammen | zouden ontvlammen | zouden ontvlammen | zouden ontvlammen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ontvlamd | hebt ontvlamd | hebt/heeft ontvlamd | hebt ontvlamd | heeft ontvlamd | hebben ontvlamd | hebben ontvlamd | hebben ontvlamd | |
verleden (v.v.t.) | had ontvlamd | had ontvlamd | had ontvlamd | hadt ontvlamd | had ontvlamd | hadden ontvlamd | hadden ontvlamd | hadden ontvlamd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal ontvlamd hebben | zal/zult ontvlamd hebben | zult/zal ontvlamd hebben | zult ontvlamd hebben | zal ontvlamd hebben | zullen ontvlamd hebben | zullen ontvlamd hebben | zullen ontvlamd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ontvlamd hebben | zou ontvlamd hebben | zou/zoudt ontvlamd hebben | zoudt ontvlamd hebben | zou ontvlamd hebben | zouden ontvlamd hebben | zouden ontvlamd hebben | zouden ontvlamd hebben |