ononderbroken
- on·on·der·bro·ken
- afleiding van onderbroken met het voorvoegsel on-
stellend | |
---|---|
onverbogen | ononderbroken |
verbogen | |
partitief | ononderbrokens |
ononderbroken
- zonder ook maar één keer te stoppen, zonder onderbreking
- Het enige wat tegenvalt aan de hangbrug is dat ze geen nut heeft. Bruggen zijn er om dorpen, stadsdelen, oevers met elkaar te verbinden. Mensen samen te brengen. Hier is het uiteindelijk weinig meer dan een toeristische attractie. Het Highline-project is er vooral gekomen om de gigantische ononderbroken verkeersstroom van en naar Italië even te stoppen, zodat de lokale neringdoenerij er eindelijk ook iets aan verdient. [1]
- Bewoners zagen de aanleg van het bedrijventerrein niet zitten en stapten destijds naar de Raad van State om de komst ervan tegen te houden. Dat konden ze niet voorkomen, wel gaf de Raad van State aan dat er tussen de weg en het bedrijventerrein een 'ononderbroken groenstrook' moest komen.[2]
- continu, onafgebroken, aanhoudend, constant, doorlopend, permanent
- dag en nacht
- de klok rond
- in een stuk door
1.
- Het woord ononderbroken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.