onderneming
- Geluid: onderneming (hulp, bestand)
- on·der·ne·ming
- Naamwoord van handeling van ondernemen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderneming | ondernemingen |
verkleinwoord | onderneminkje | onderneminkjes |
de onderneming v
- (bedrijfskunde) organisatie die met een winstoogmerk producten of diensten voortbrengt, bedrijf
- Hij wil hier een onderneming gaan starten.
- ▸ Het aantal foodtruckondernemingen is in vijf jaar tijd ruim verdubbeld. In 2017 waren er bij de Kamer van Koophandel (KvK) nog 1189 ondernemingen met een foodtruck ingeschreven, inmiddels zijn dat er 2495. Tijdens de coronacrisis hield de groei van het aantal foodtrucks aan.[1]
- een gewichtige zaak die men op zich neemt
- Dat is wel een hele onderneming, zeg!
- [1] bedrijf
|
1. een organisatie
- Het woord onderneming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderneming" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Aantal foodtruckondernemingen sinds 2017 verdubbeld, vaker fulltime uitbaters” (17 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderneming | ondernemings |
onderneming