ondernemingsvakbond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·ne·mings·vak·bond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondernemingsvakbond ondernemingsvakbonden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ondernemingsvakbondm

  1. (economie) organisatie die de werknemers van één bedrijf vertegenwoordigt in onderhandelingen met de werkgever
     De Nederlandse vestiging van Swiss Bank groeide en bloeide en veroverde in een paar jaar tijd een imposant marktaandeel op de grote Nederlandse banken. Daarbij hielp dat Swiss Bank kon werken met een aparte CAO die de directie afsloot met de eigen ondernemingsvakbond. Dat was mogelijk omdat geen van de werknemers van Swiss Bank lid bleek te zijn van één van de bekende werknemersorganisaties, en praktisch alle werknemers van de kleine Zwitserse bank vrijwillig toetraden tot de huis-vakbond.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    E.J. Bomhoff
    “De gevestigde vakbonden” (4 januari 1993) op nrc.nl