ondernemingsvakbonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ondernemingsvakbonden (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɔndərˈnemɪŋsˌfɑɡbɔndə(n) / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- on·der·ne·mings·vak·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
- ondernemingsvakbond met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de ondernemingsvakbonden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ondernemingsvakbond
- ▸ Los van de ontwikkeling in het ledental van FNV en CNV blijft hij deze gevestigde werknemersorganisaties beschermen door het buiten de deur houden van ondernemingsvakbonden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'ondernemingsvakbonden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron E.J. Bomhoff“De gevestigde vakbonden” (4 januari 1993) op nrc.nl
