ondernemersvereniging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·ne·mers·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondernemersvereniging ondernemersverenigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ondernemersverenigingv

  1. (economie) vereniging van en voor ondernemers
     Volgens Evofenedex, de ondernemersvereniging voor de handel en logistiek, zijn de oplopende wachttijden het gevolg van een combinatie van de sancties tegen Rusland, de na-ijleffecten van corona en de krapte op de arbeidsmarkt die onder meer leidt tot een tekort aan laders en lossers in de haven.[1]
     Vanwege de vervroegde avondklok zijn veel winkels op Curaçao niet opengegaan, meldt voorzitter Mahesh Mukhi van ondernemersvereniging Downtown Management Organization (DMO) aan deze site. Een deel van de winkeliers op het eiland heeft uit voorzorg zandzakken voor hun winkels geplaatst, vooral aan de waterkant van de hoofdstad Willemstad.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Oorlog, sancties, stapels containers: raakt Rotterdamse haven uit balans?” (Vrijdag 18 maart 2022), NOS
  2.   Weblink bron “Paniek op Curaçao door mogelijk eerdere aankomst tropische storm Bonnie” (29 juni 2022), NU.nl