onbemiddeld
- Geluid: onbemiddeld (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmbəˌmɪdəlt / (4 lettergrepen)
- on·be·mid·deld
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbemiddeld | onbemiddelder | onbemiddeldst |
verbogen | onbemiddelde | onbemiddeldere | onbemiddeldste |
partitief | onbemiddelds | onbemiddelders | - |
onbemiddeld
- zonder veel financiële middelen
- De bescheidenheid en dienstbare houding hadden een voedingsbodem in haar eenvoudige afkomst. Ze groeide op in een onbemiddeld arbeidersgezin in Krommenie.[1]
- minvermogend, ongefortuneerd, onvermogend
- arm (heeft een wat sterkere betekenis)
- niet onbemiddeldnogal rijk
- • Hogervorst, toch niet onbemiddeld, voegde de daad bij de beschreven zorgen over een nieuwe crisis. Hij is gaan huren, kocht stukken goud en spreidde zijn beleggingen. Een teken aan de wand, merkt Hogervorst, is dat de verkopen van zijn boeken ’Geld, goud en zilver’ en ’Deflatie in aantocht’, met historicus Eric Mecking, groeien.[2]
- • Voor mij zijn die nu gekomen: ik heb een goede baan, maar ik heb ook iemand ontmoet die mijn hart weer sneller doet kloppen. Saillant detail: hij is niet bepaald onbemiddeld.[3]
- • Dat kon nog wel eens waar zijn, want Mnuchins fortuin wordt op ruim 300 miljoen euro geschat, waarmee hij tot de middenklasse van Trumps kabinet behoort. Linton, een van oorsprong Britse actrice, is ook niet onbemiddeld. Ze komt uit een rijk Schots geslacht en groeide op in een landhuis dat 32 kamers telde.[4]
1. zonder veel financiële middelen
- Het woord onbemiddeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbemiddeld" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |