• om·wind·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord omwindsel omwindsels
verkleinwoord omwindseltje omwindseltjes

het omwindselo

  1. iets dat ergens helemaal omheen gaat
    • Samen met meer dan vijftig andere gemummificeerde beesten zijn de dieren vanaf 24 april in Leiden te zien in de tentoonstelling Dierenmummies. Door hen samen met filmpjes, röntgenfoto's en CT-scans te tonen, wil het Rijksmuseum de geheimen blootleggen die achter de omwindsels schuilgaan. [2] 
    • Robaina viert ook feest om een uitzonderlijk goed tabaksjaar dat de beste omwindselbladen voortbracht sinds jaren. Het omwindselblad, dat in het Spaans ook wel capa genoemd wordt, is de laatste laag die aan een sigaar toegevoegd wordt en de handgemaakte sigaar bij elkaar houdt. Het omwindsel is ook nodig om de sigaar de uitzonderlijke geur te geven. [3] 
  2. de krans van schutbladen aan de voet van een bloeiwijze
89 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]