Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·ge·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ochtendgebed ochtendgebeden
verkleinwoord ochtendgebedje ochtendgebedjes

Zelfstandig naamwoord

het ochtendgebedo

  1. (religie) het eerste gebed na het ontwaken of na het opstaan
    • Hij kwam van het ochtendgebed, toen een zwarte wagen voor zijn huis stopte. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen