• och·tend·ge·bed
enkelvoud meervoud
naamwoord ochtendgebed ochtendgebeden
verkleinwoord ochtendgebedje ochtendgebedjes

het ochtendgebedo

  1. (religie) het eerste gebed na het ontwaken of na het opstaan
    • Hij kwam van het ochtendgebed, toen een zwarte wagen voor zijn huis stopte.