ochtendbeurt
- Geluid: ochtendbeurt (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɔxtəntbørt/
- och·tend·beurt
- samenstelling van ochtend en beurt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ochtendbeurt | ochtendbeurten |
verkleinwoord | ochtendbeurtje | ochtendbeurtjes |
het ochtendbeurt o
- (religie) een preek in de morgen als taak van een bepaalde prediger
- De vermoeiende ochtendbeurt is voorbij en uitgeput vallen haar ogen weer dicht.
- (voeding) borstvoeding in de vroege morgen
- (veeteelt) voeding van vee of andere dieren in de vroege morgen
- (slang) seks in de morgen
- Haar kutje begon te gloeien bij de gedachte aan een stevige ochtendbeurt.
- [1]: predikbeurt
- [1]: preekbeurt
- [4]: ochtendseks
- een stevige ochtendbeurt
een lekker nummertje in de morgen
1. een preek in de morgen als taak van een bepaalde prediger
3. voeding van vee of andere dieren in de vroege morgen
- Het woord 'ochtendbeurt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.