• obor

obor

  1. fakkel, toorts
  2. (figuurlijk) voorlichter


obor mbezield

  1. reus

obor monbezield

  1. vakgebied


  • obor

obor monbezield

  1. vakgebied
    «Během pár let se z něho stal jeden z nejúspěšnějších profesionálů ve svém oboru
    Binnen een paar jaar werd hij één van de meest succesvolle profesionals in zijn vakgebied.

obor

  1. genitief meervoud van obora