normaalkaars
- nor·maal·kaars
- samenstelling van normaal en kaars
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | normaalkaars | normaalkaarsen |
verkleinwoord | normaalkaarsje | normaalkaarsjes |
- (natuurkunde), (eenheid), (verouderd) oude eenheid van lichtsterkte, weergegeven met symbool NK
- Vanaf 1-1-1978 heeft de normaalkaars afgedaan en is zij vervangen door de SI-grondeenheid van lichtsterkte de candela.
- Het woord 'normaalkaars' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.