• neer·druk·ken

neerdrukken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neerdrukken
drukte neer
neergedrukt
zwak -t volledig
  1. overgankelijk iemand achterstellen iemand als minderwaardig voorstellen
    • Soms probeert Brenninkmeijer zich voor te stellen hoe het is om iemand te zijn die zijn basisschool niet eens heeft afgerond. Met een arbeidsverleden dat „in de handenberoepen” zit. „Onze samenleving kent wel een soort hiërarchie. Tegenwoordig wordt gesproken van elite. Wat je ziet is dat mensen zichzelf en anderen groeperen. Soms is dat onschuldig, plagerig, zoals de vete tussen Amsterdammers en Rotterdammers in het voetbal. Maar er kunnen ook elementen inzitten van neerdrukken. Op anderen neerkijken. Afgeven. Pesten. Een voorbeeld: wat doe je als je spreekt over zwarte kousen of de bible belt?” [2] 
  2. overgankelijk onderdrukken
    • De ontslagen kwamen er na de aanhoudende protesten van de voorbije weken in Kaïro en andere Egyptische steden. De manifestanten eisen dat de agenten die betrokken waren bij het neerdrukken van het volksprotest zouden aangepakt worden. Bij dat protest kwamen begin dit jaar 846 mensen om en raakten duizenden betogers gewond. Uiteindelijk stapte ook president Hosni Moebarak op. [3] 
    • In Syrië zijn zondag alleen al naar schatting 21 doden gevallen bij het neerdrukken van de bevolkingsopstand door Assad. Het Syrische leger en de veiligheidstroepen van het regime zijn in zaterdagnacht binnengevallen in de buitenwijken Sakba en Hamouriya van Damascus. [4] 
  3. iemand droevig maken, iemand de hoop ontnemen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lamyae Aharouay 19 oktober 2018 Brenninkmeijer: ‘Wat we doen is: op anderen neerkijken’
  3. De Standaard 3/07/2011 om 20:09 door hrt Schoonmaak bij politiekorps
  4. De Standaard 14/08/2011 om 17:24 door kld Verhofstadt wil olieboycot Syrië