natuurkundeboek
- na·tuur·kun·de·boek
- samenstelling van natuurkunde en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurkundeboek | natuurkundeboeken |
verkleinwoord | natuurkundeboekje | natuurkundeboekjes |
het natuurkundeboek o
- (onderwijs) een schoolboek waarin over de wetenschap van algemene eigenschappen van materie, straling en energiegeschiedenis kan worden geleerd.
- aardrijkskundeboek, biologieboek, economieboek, geschiedenisboek, godsdienstboek, handvaardigheidboek, informaticaboek, muziekboek, scheikundeboek, techniekboek, tekenboek, wiskundeboek
- natuurkundeles, natuurkundeleraar, natuurkundelerares, natuurkundelokaal, natuurkundeonderwijs
1.
- Het woord 'natuurkundeboek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.