biologieboek
- bio·lo·gie·boek
- samenstelling van biologie en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biologieboek | biologieboeken |
verkleinwoord | biologieboekje | biologieboekjes |
het biologieboek o
- (onderwijs) een schoolboek waarin kinderen leren over planten, dieren en het menselijk lichaam.
- aardrijkskundeboek, economieboek, geschiedenisboek, godsdienstboek, handvaardigheidboek, informaticaboek, muziekboek, natuurkundeboek, scheikundeboek, techniekboek, tekenboek, wiskundeboek
- biologieles, biologieleraar, biologielerares, biologielokaal, biologieonderwijs
- Het woord biologieboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.