natuurkundelokaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·tuur·kun·de·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuurkunde en lokaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurkundelokaal | natuurkundelokalen |
verkleinwoord | natuurkundelokaaltje | natuurkundelokaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
het natuurkundelokaal o
- (onderwijs) een klaslokaal dat ingericht is op en waarin men les geeft in het schoolvak waarin over de wetenschap van algemene eigenschappen van materie, straling en energiegeschiedenis wordt geleerd.
Verwante begrippen
- aardrijkskundelokaal, biologielokaal, economielokaal, geschiedenislokaal, godsdienstlokaal, handvaardigheidlokaal, informaticalokaal, muzieklokaal, scheikundelokaal, sportlokaal, technieklokaal, tekenlokaal, wiskundelokaal
- natuurkundeboek, natuurkundeleraar, natuurkundelerares, natuurkundeles, natuurkundeonderwijs
Gangbaarheid
- Het woord natuurkundelokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.