natuurkundeonderwijs
- na·tuur·kun·de·on·der·wijs
- samenstelling van natuurkunde en onderwijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurkundeonderwijs | - |
verkleinwoord | - | - |
het natuurkundeonderwijs o
- (onderwijs) het onderwijs in het schoolvak natuurkunde.
- aardrijkskundeonderwijs, biologieonderwijs, economieonderwijs, geschiedenisonderwijs, godsdienstonderwijs, handvaardigheidonderwijs, informaticaonderwijs, muziekonderwijs, scheikundeonderwijs, sportonderwijs, techniekonderwijs, tekenonderwijs, wiskundeonderwijs
- natuurkundeboek, natuurkundeleraar, natuurkundelerares, natuurkundelokaal, natuurkundeles