muzieklokaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mu·ziek·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van muziek en lokaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muzieklokaal | muzieklokalen |
verkleinwoord | muzieklokaaltje | muzieklokaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
het muzieklokaal o
- (onderwijs) een klaslokaal dat ingericht is op en waarin men les geeft in het schoolvak waarin geleerd wordt over muziek en gespeeld wordt op instrumenten.
Verwante begrippen
- aardrijkskundelokaal, biologielokaal, economielokaal, geschiedenislokaal, godsdienstlokaal, handvaardigheidlokaal, informaticalokaal, natuurkundelokaal, scheikundelokaal, sportlokaal, technieklokaal, tekenlokaal, wiskundelokaal
- muziekboek, muziekleraar, muzieklerares, muziekles, muziekonderwijs
Gangbaarheid
- Het woord muzieklokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.