Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Napoleon
  • na·po·le·on
enkelvoud meervoud
naamwoord napoleon napoleons
verkleinwoord

de napoleonm

  1. (numismatiek) gouden munt met een waarde van 20 francs
     Ze trokken hun kleren weer aan en stapten de barakken van de douane binnen. Nicholas had geen paspoort, hij kon geen woord Engels spreken. Hij had tien napoleons die hij hen liet zien om duidelijk te maken dat hij niet afhankelijk zou zijn. Ze lieten hem door.[3]
  2. smal baardje met bijpassende puntige snor
  3. kattenras met korte pootjes en een lange, zijdeachtige vacht
     De napoleon heeft zijn actieve en wendbare eigenschappen van de munchkin, maar is net als de pers een echte schootkat.[4]
  4. (straalvinnigen) bepaald soort grote lipvis, Cheilinus undulatus  , die van nature voorkomt in koraalriffen in het Midden-Oosten
     Grote napoleons patrouilleren door het gebied in de bovenste 10 - 15m.[5]
[3] kattenrassen:
93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Joseph B. Smith
    “Highlights : 2000” op minuet-nap.org
  3.   Weblink bron
    Michael Ondaatje (vert. Graa Boomsma)
    De brug in: Bzzlletin., jrg. 17 nr. 157 (juni 1988), BZZTôh, Den Haag, ISBN 9062919014, p. 71
  4.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Napoleon” op omlet.nl
  5.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Duiken in Dahab : Duikplaatsen : El Shugurat” op circledivers.com
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be