lapjeskat
- lap·jes·kat
- In de betekenis van ‘driekleurige kat’ voor het eerst aangetroffen in 1926 [1]
- samenstelling van lapje en kat zn met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lapjeskat | lapjeskatten |
verkleinwoord | lapjeskatje | lapjeskatjes |
de lapjeskat v
- huiskat waarvan de vacht oogt als een lappendeken
1. kat waarvan de pels oogt als een lappendeken
- Het woord lapjeskat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lapjeskat" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lapjeskat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lapjeskat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be