Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·oor·logs
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen naoorlogs naoorlogser naoorlogst
verbogen naoorlogse naoorlogsere naoorlogste
partitief naoorlogs naoorlogsers -

Bijvoeglijk naamwoord

naoorlogs

  1. van na de oorlog (vaak de Tweede Wereldoorlog)
    • In de televisieserie worden enkele naoorlogse premiers geportretteerd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be