• na·kend
vervoeging van: naken
verbogen vorm: nakende

nakend

  1. onvoltooid deelwoord van naken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen nakend nakender nakendst
verbogen nakende nakendere nakendste
partitief nakends nakenders -

nakend [1]

  1. in de nabije toekomst gebeurend
    • EU-onderhandelaar Michel Barnier had gisteren precies 13 seconden nodig voor zijn reactie op de nakende komst van May naar Brussel: "De EU blijft verenigd en we houden vast aan de deal die we hebben gesloten met het Verenigd Koninkrijk." [2] 
    • "Met het oog op het nakende tijdperk van de menselijke expansie in het universum, zoals ruimtereizen naar Mars, moeten we het microbioom van deze gesloten ruimtes grondig onderzoeken zodat we weten welke micro-organismes zich kunnen opstapelen in deze unieke omgevingen, hoe lang ze overleven en wat hun impact is op de menselijke gezondheid en de infrastructuur van het ruimtevaartuig", stelt Venkateswaran. [3] 
    • De nakende transfer betekent dat Jasper Cillessen niet naar Benfica gaat. In Portugese media werd eerder melding gemaakt van interesse voor de Oranje-sluitpost, die bij FC Barcelona weinig speeltijd krijgt. [4] 
89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]