• im·mi·nent
  • uit het Frans
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen imminent imminenter imminentst
verbogen imminente imminentere imminentste
partitief imminents imminenters -

imminent

  1. van iets dat het op korte termijn kan gebeuren
     De eerste rechtstreekse waarschuwingen voor een mogelijke aanval van al-Qaida dateren van de lente van 2001, schrijft hij. Op 1 mei schreef de geheime dienst CIA dat 'een momenteel in de VS aanwezige groep' een terreuraanslag aan het voorbereiden was. Op 22 juli luidde het dat aanvallen van al-Qaida 'imminent' konden zijn.[1]
     Dinsdag werd beslist om na de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek in Brussel het dreigingsniveau te verhogen naar vier. Dat betekent dat de dreiging 'zeer ernstig en imminent is'.[2]
55 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “'Bush al vaker gewaarschuwd voor aanslagen 9/11'” (11-09-2012), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Chris Klomp
    “Dreigingsniveau België zakt van vier naar drie” (11-01-2017), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be