• Afkomstig van het Oudnoordse woord
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord
Naar frequentie 40

  1. nou, nu, thans

  1. nu, tut
    «Nå, nå, nå, ta det med ro!»
    Tut, tut! Kalmpjes aan!
vervoeging
onbepaalde wijs
tegenwoordige tijd når
verleden tijd nådde
voltooid
deelwoord
nådd
onvoltooid
deelwoord
nående
lijdende vorm nås
gebiedende wijs
vervoegingsklasse Klasse 4 zwak
opmerking

  1. bereiken
    «Vi må hytta før kvelden.»
    We moeten de hut vóór de avond bereiken.

  1. gebiedende wijs van
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nå     nået     nå     nåa
nåene  
genitief   nås     nåets     nås     nåas
nåenes  

, o

  1. moment, ogenblik


  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van


  • Afkomstig van het Oudnoordse woord
  • Werkwoord: afkomstig van het Oudnoordse woord

  1. nou, nu, thans
    «Filmen begynner
    De film begint nu.

  1. nu, tut
    «Nå, nå, nå, ta det med ro!»
    Tut, tut! Kalmpjes aan!
vervoeging
onbepaalde wijs
tegenwoordige tijd når
verleden tijd nådde
voltooid
deelwoord
nådd
nått
onvoltooid
deelwoord
nåande
lijdende vorm nåast
gebiedende wijs
vervoegingsklasse Klasse 3 zwak
opmerking

  1. bereiken

  1. gebiedende wijs van
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   nå     nået     nå     nåa  

, o

  1. moment, ogenblik


  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van