• nå·en·de
  • Afleiding van het Noorse werkwoord met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud nående
o enkelvoud nående
meervoud nående
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
nående

nående

  1. bereikend

nående

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van