Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mui·te·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muiterij muiterijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de muiterijv [3]

  1. (militair) (scheepvaart) oproer (vooral in het leger en op schepen)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen