• op·stan·dig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord opstandigheid opstandigheden
verkleinwoord

de opstandigheidv

  1. het zich verzetten tegen het gezag; het in verzet komen tegen een autoriteit
     Theo zou het haar niet in dank afnemen als ze Cameron aanspoorde tot meer opstandigheid.[1]
     Het is een zeldzaam gebaar van opstandigheid: Chinese studenten in het buitenland die via sociale media laten weten dat ze klaar zijn met president Xi Jinping.[2]
  1. Main, Sarah
    “Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers  , ISBN 9789044974515
  2.   Weblink bron
    Tomas Riemens
    “Chinese studenten durven protest aan ondanks 'lange arm' Peking” (09-03-2018), NOS