• weer·bar·stig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord weerbarstigheid weerbarstigheden
verkleinwoord

de weerbarstigheidv

  1. het weerstand kunnen bieden aan tegenslagen
    • Een man die in 2005 gewond raakte bij de aanslagen in Londen en die door prins Charles werd geroemd als voorbeeld van Britse weerbarstigheid wordt mogelijk Groot-Brittannië uitgezet. Dat hebben Britse media maandag gemeld. [2] 
    • In 2002 verscheen bij uitgeverij De Geus haar laatste roman Mijn moeder en de duif of hoe ik met schaatsen stopte. Volgens de uitgever viel De Graaf op 'door de opgewekte weerbarstigheid van haar - vrouwelijke - personages, haar fabuleuze compositietechniek en haar trefzekere stijl'. [3] 
    • Toch denkt de senator uit Alaska dat het niet helemaal toeval is dat het juist de vrouwen waren die door de sneeuw naar hun werk kwamen. ,,Misschien is het de weerbarstigheid van vrouwen, die hun laarzen aan trekken, hun hoed opzetten, erop uit gaan en door de chaos buiten ploegen." [4] 
    • Het verschil in weerbarstigheid begint volgens de onderzoekers al bij de geboorte. Als er moeilijke omstandigheden zijn, is de kans veel groter dat pasgeboren meisjes overleven. Dat gegeven leidde de onderzoekers richting de conclusie dat de verklaring voor de sterkere vrouw biologisch moet zijn. [5] 
  2. weerspannigheid, opstandigheid, oproerigheid