insubordinatie
- in·sub·or·di·na·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘militaire ongehoorzaamheid’ voor het eerst aangetroffen in 1796 [1]
- afgeleid van het Franse insubordination (met het achtervoegsel -atie) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insubordinatie | insubordinaties |
verkleinwoord |
- het verzet van iemand lager in rang tegen iemand die hoger in rang staat, vooral in militaire omstandigheden
- De `Kroatische Volksvergadering' (HNS), zoals de leiding van de nieuwe formatie in Bosnië zich noemt, liet gisteren weten dat de ,,voorlopige desertie tevens een signaal van protest is tegen het recente ontslag, wegens insubordinatie, van drie Kroatische officieren door de minister van Defensie van de moslim-Kroatische federatie, de Kroaat Mijo Antic - die zelf onlangs een radicale nationalist opvolgde. De HNS liet weten dat ,,de vitale belangen van het Kroatische volk worden bedreigd. [5]
- Het woord insubordinatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "insubordinatie" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "insubordinatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ insubordinatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 28 maart 2001
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be