mouter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mou·ter
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van mouten met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mouter | mouters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de mouter m
- (beroep) iemand die zorgt voor het kiemen van graan voor de productie van whiskey, jenever en bier
Vertalingen
1. iemand die zorgt voor het kiemen van graan voor de productie van whiskey, jenever en bier
stellend | |
---|---|
onverbogen | mouter |
verbogen | moutere |
partitief | mouters |
Bijvoeglijk naamwoord
mouter
- (voeding) van vruchten dat ze week en murw zijn
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord mouter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mouter" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ mouter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be