mistypen/vervoeging

fout typen

vervoeging van de bedrijvende vorm van mistypen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		mistypen			te mistypen
	toekomend		zullen mistypen			te zullen mistypen
voltooid	tegenwoordig		mistypt			te mistypt
	toekomend		mistypt zullen			mistypt te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	mistypend		mistypt			ev. mistyp	mv. verouderd mistypt	mistype
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	mistyp	mistypt	mistypt	mistypt	mistypt	mistypen	mistypen	mistypen
verleden (o.v.t.)	mistypte	mistypte	mistypte	mistypte	mistypte	mistypten	mistypten	mistypten
toekomend (o.t.t.t.)	zal mistypen	zult/zal mistypen	zult/zal mistypen	zult mistypen	zal mistypen	zullen mistypen	zullen mistypen	zullen mistypen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou mistypen	zou mistypen	zou(dt) mistypen	zoudt mistypen	zou mistypen	zouden mistypen	zouden mistypen	zouden mistypen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij

ernaast typen

vervoeging van de bedrijvende vorm van mistypen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		mistypen			mis te typen
	toekomend		zullen mistypen mis zullen typen			te zullen mistypen mis te zullen typen
voltooid	tegenwoordig		misgetypt			te misgetypt
	toekomend		misgetypt zullen			misgetypt te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	mistypend		misgetypt			ev. typ mis	mv. verouderd typt mis	type mis (bijzin) mistype
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	typ mis	typt mis	typt mis	typt mis	typt mis	typen mis	typen mis	typen mis
verleden (o.v.t.)	typte mis	typte mis	typte mis	typte mis	typte mis	typten mis	typten mis	typten mis
toekomend (o.t.t.t.)	zal mistypen	zult/zal mistypen	zult/zal mistypen	zult mistypen	zal mistypen	zullen mistypen	zullen mistypen	zullen mistypen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou mistypen	zou mistypen	zou(dt) mistypen	zoudt mistypen	zou mistypen	zouden mistypen	zouden mistypen	zouden mistypen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	mistyp	mistypt	mistypt	mistypt	mistypt	mistypen	mistypen	mistypen
verleden (o.v.t.)	mistypte	mistypte	mistypte	mistypte	mistypte	mistypten	mistypten	mistypten
toekomend (o.t.t.t.)	zal mistypen mis zal typen	zult/zal mistypen mis zult/zal typen	zult/zal mistypen mis zult/zal typen	zult mistypen mis zult typen	zal mistypen mis zal typen	zullen mistypen mis zullen typen	zullen mistypen mis zullen typen	zullen mistypen mis zullen typen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou mistypen mis zou typen	zou mistypen mis zou typen	zou(dt) mistypen mis zou(dt) typen	zoudt mistypen mis zoudt typen	zou mistypen mis zou typen	zouden mistypen mis zouden typen	zouden mistypen mis zouden typen	zouden mistypen mis zouden typen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij