minner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- min·ner
Bijvoeglijk naamwoord
minner
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van min
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van minnen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minner | minners |
verkleinwoord | minnertje | minnertjes |
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord minner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- min·ner
Naar frequentie | 1283 |
---|
Werkwoord
minner
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van minne
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- min·ner
Werkwoord
minner
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van minne