minderheidsregering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • min·der·heids·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord minderheidsregering minderheidsregeringen
verkleinwoord minderheidsregerinkje minderheidsregerinkjes

Zelfstandig naamwoord

het minderheidsregeringo

  1. (politiek) kabinet gevormd vanuit partijen die geen samen geen meerderheid in de volksvertegenwoordiging hebben
    • Het minderheidsregering had de steun nodig van een gedoogpartner. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie