minderheidsregerinkje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  minderheidsregerinkje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• min·der·heids·re·ge·rin·kje

Zelfstandig naamwoord

het minderheidsregerinkje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord minderheidsregering