mikken
- mik·ken
- van Middelnederlands micken ww "turen", vergelijk Middelnederduits micken, in de betekenis van ‘richten’ aangetroffen vanaf 1597 [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
mikken |
mikte |
gemikt |
zwak -t | volledig |
mikken
- overgankelijk richten op een doel
- Er zijn ook veel films die op een breder volwassen publiek mikken en ook door kinderen of jongeren worden bekeken en geapprecieërd, zoals bijvoorbeeld monsterfilms.
- ▸ Sociale media lijken op een steeds jonger publiek te mikken. Waarom is dat? En zouden er meer speciale socialemedia-apps voor kinderen moeten komen?[4]
- overgankelijk gericht werpen
- Op den akker waren de arbeiders aan het poten der late aardappelen; achter iederen arbeider, die met den pootstok de gaten maakte in den omgeploegden grond, een jongen met een mandje vol poters in de linkerhand, om daaruit met de vrije rechterhand in elk kuiltje een aardappel te mikken. [5]
- inergatief het begin van een beweging maken
- ▸ Als de meester in school kwam, niet een kind dat durfde mikken.[6]
- [1]: mikken op
- [1]: mikpunt
- [1]: weten van kikken noch mikken
nergens van weten
1. richten op een doel
de mikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mik
- Het woord mikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mikken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "mikken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Bron: Tijdschrift: De Gids.
P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1897 - ↑ Weblink bron L.L. de Bo“West-Vlaamse Idioticon.” (1873), Edw. Gailliard & Comp., p. 697 kol. 1
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be