middelpuntvliedend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·del·punt·vlie·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen middelpuntvliedend
verbogen middelpuntvliedende
partitief middelpuntvliedends

Bijvoeglijk naamwoord

middelpuntvliedend

  1. (natuurkunde) neigend van het middelpunt weg te bewegen
    • Bij slingering uit de trage massa zich als een middelpuntvliedende kracht. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid