• mi·cro·sco·pisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen microscopisch microscopischer
verbogen microscopische microscopischere
partitief microscopisch microscopischers -

microscopisch

  1. zeer klein, voor het blote oog onzichtbaar, alleen door een microscoop waarneembaar
  2. betrekking hebbend op een microscoop
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be