meesterwortel
- mees·ter·wor·tel
- samenstelling van meester zn en wortel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meesterwortel | meesterwortels |
verkleinwoord | meesterworteltje | meesterworteltjes |
de meesterwortel m
1.
- Het woord 'meesterwortel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] meesterwortel op "Wilde planten in Nederland en België" ♣