• mee·rij·der
enkelvoud meervoud
naamwoord meerijder meerijders
verkleinwoord

de meerijderm

  1. iemand die als passagier meereist in een voertuig
    • Het gaat nog om een betrekkelijk kleine groep gebruikers die momenteel van de functie gebruik kunnen maken. Meerijders betalen per mijl $0,54, wat neerkomt op ongeveer €0,30 per kilometer.[1] 
    • "Meerijders die letterlijk meerijden: met je meekijken als je wilt invoegen en zich doodschrikken als je naar hun idee te dicht tegen een auto zit. Hallo?Ik weet heus wel wat ik doe. Ik heb nooit een ongeluk gemaakt."[2] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Telegraaf 17 mei 2016
  2. de Telegraaf 14 nov. 2014
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be