lifter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lif·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lifter | lifters |
verkleinwoord | liftertje | liftertjes |
Zelfstandig naamwoord
de lifter m
- (verkeer) iemand die gratis als passagier meerijdt met een langs de weg aangehouden auto
- De lifter had maar weinig bagage.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. lifter
Gangbaarheid
- Het woord lifter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lifter" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be